Responsive image

5.2 Een gemeenschappelijke EU-aanpak om derde...

Download de app voor meer functionaliteit.

5.2 Een gemeenschappelijke EU-aanpak om derde...

5.2 Een gemeenschappelijke EU-aanpak om derde landen in een lijst op te nemen

De "pan-EU-lijst" is slechts bedoeld als een tijdelijke oplossing terwijl er wordt gewerkt aan een gemeenschappelijk EU-systeem om derde landen te beoordelen, te screenen en in een lijst op te nemen. De huidige bonte verzameling aan nationale systemen moet uiteindelijk worden vervangen door een duidelijke en coherente EU-aanpak om derde landen te identificeren die zich niet aan de normen voor goed bestuur houden, en door een uniforme reactie van de EU richting deze jurisdicties. Zodra deze gemeenschappelijke EU-lijst volledig is vastgesteld, dienen de lidstaten er in de Raad formeel mee in te stemmen om in plaats van de nationale lijsten deze lijst te gebruiken om externe bedreigingen van grondslaguitholling aan te pakken.

Elke EU-aanpak om derde landen in een lijst op te nemen, moet eerlijk, objectief en internationaal te rechtvaardigen zijn. De aanpak moet daarnaast verenigbaar zijn met de toezeggingen van de EU op grond van multilaterale of bilaterale internationale overeenkomsten. Om dit te realiseren, stelt de Commissie een proces in drie stappen voor.

Als eerste stap stelt de Commissie intern de derde landen vast die met voorrang door de EU moeten worden gescreend. Om ervoor te zorgen dat deze selectie onpartijdig en goed onderbouwd geschiedt, ontwikkelt de Commissie een scorebord met indicatoren om de potentiële impact van jurisdicties op de belastinggrondslagen van de lidstaten te bepalen. Deze benadering, die nader is uitgewerkt in het werkdocument van de diensten van de Commissie, omvat uitvoerige indicatoren over kwesties als de economische banden met de EU, het niveau van financiële activiteit en institutionele en juridische factoren. De plek van derde landen op dit scorebord geeft geen oordeel weer over hun normen voor goed fiscaal bestuur in die fase, maar biedt eenvoudigweg een transparante basis om te bepalen welke jurisdicties grondiger moeten worden beoordeeld. De Groep gedragscode legt in het najaar van 2016 de eerste bevindingen van het scorebord voor aan de lidstaten.

Als volgende stap dienen de lidstaten op basis van het scorebord te bepalen welke jurisdicties aan de hand van de geactualiseerde EU-criteria voor goed fiscaal bestuur moeten worden beoordeeld. Andere factoren, zoals de lopende samenwerking in belastingzaken, kunnen ook relevant zijn om in overweging te nemen. De Commissie moet de belastingstelsels van de geselecteerde derde landen samen met de Groep gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen beoordelen, aangezien deze al ervaring op dit terrein heeft. In deze beoordelingsfase vindt een dialoog met de betreffende derde landen plaats, waarbij de landen genoeg tijd krijgen om op vragen over hun belastingregimes te reageren. De dialoog dient te worden gebruikt als een kader waarbinnen de betreffende problemen worden opgelost en een sterker partnerschap wordt ontwikkeld, met het oog op het garanderen van strenge normen op het gebied van goed fiscaal bestuur. Daartoe dient waar nodig ook ten volle gebruik te worden gemaakt van de overlegprocessen in EU-overeenkomsten met derde landen of regio's. De conclusies van dit beoordelingsproces worden in de relevante werkgroepen van de Raad aan de lidstaten voorgelegd.

Als laatste stap besluiten lidstaten of ze de jurisdictie in kwestie toevoegen aan de gemeenschappelijke EU-lijst van problematische belastingjurisdicties. Dit besluit wordt voornamelijk gebaseerd op een aanbeveling van de Commissie, die voortvloeit uit het screeningproces. Er moet echter ook met andere factoren rekening worden gehouden. Zo kunnen sommige ontwikkelingslanden zich zeer bereidwillig tonen om de normen voor goed bestuur na te leven, maar ontbreekt het hun aan de mogelijkheden om hieraan gevolg te geven. In dergelijke gevallen kan het opnemen in een lijst niet het meest doeltreffende instrument zijn en kunnen alternatieve instrumenten doeltreffender zijn om de zorgen van de EU over hun belastingstelsels weg te nemen. Evenzo geldt dat als een derde land reeds formeel in overleg is met de EU om kwesties aangaande goed fiscaal bestuur aan te pakken, het vervolgen van dit proces tot doeltreffender resultaten zou kunnen leiden.

Voor elke jurisdictie die aan de EU-lijst wordt toegevoegd, worden bovendien duidelijke voorwaarden vastgesteld voor de verwijdering uit de lijst. Deze voorwaarden moeten gekoppeld zijn aan de inspanningen om de in het screeningproces geuite zorgen weg te nemen. Om onnodige vertraging in het proces te voorkomen, moeten de lidstaten de Commissie onmiddellijk het mandaat verlenen om een jurisdictie van de lijst te halen wanneer aan de voorwaarden is voldaan. De Commissie informeert de lidstaten van tevoren over elke verwijdering uit de lijst.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.